Voor het waterbestendig verlijmen en lamineren van vrijwel alle harde, zachte en exotische houtsoorten. Toepasbaar voor goed passende, niet-dragende houtconstructies d.m.v. bijvoorbeeld vingerlassen, zwaluwstaarten, pen-gat verbindingen, drevels en veren. Geschikt voor binnen en buiten toepassingen, speciaal voor lijmverbindingen waarbij eisen worden gesteld aan de waterbestendigheid. Voor vlakverlijming van hout, zacht- en hardboard, spaanplaat, multiplex, MDF, papier, karton en board. Ook voor het lamineren van fineer en hard plastic plaat (HPL; Formica, Duropal, Resopal) op houten ondergronden. D3: Binnenruimten, waar regelmatig gedurende een korte periode langslopend water, condensvorming en/of een zware belasting ten gevolge van een verhoogde relatieve luchtvochtigheid optreedt. Buitenruimten niet blootgesteld aan weersinvloeden.

De temperatuur van de omgeving, de lijm en de te lijmen materialen mag niet lager zijn dan +5°C. Relatieve luchtvochtigheid van maximaal 65%. Houtvochtigheidsgehalte tussen de 8% en 12%.

De te lijmen oppervlakken moeten schoon, droog en stofvrij zijn. Zorg voor een goed passende verbinding.

Vette houtsoorten vooraf ontvetten.

Fijngetande lijmkam (1 mm), kwast of roller, klem of pers.

Alleen verdunnen met water.

2-4 m²/kg, tweezijdig opgebracht, afhankelijk van de aard van de materialen.

De lijm met een kwast of een ander gereedschap gelijkmatig, dun op één of beide delen aanbrengen. Enkele minuten laten intrekken, daarna de delen op elkaar brengen en gedurende 30-60 minuten aanklemmen of persen. De gewenste persdruk bedraagt 2-5 kg/cm².

Natte lijmresten direct verwijderen met water. Opgedroogde lijmresten zijn alleen mechanisch te verwijderen.

Opslaan in goed gesloten verpakking op een droge plaats bij een temperatuur tussen +10°C en +20°C.