Lijmt isolatieplaten, decoratieplaten, plafondtegels en folie (tempex, styropor, climatapis, depron, roofmate, styrodur en isomo) op poreuze ondergronden zoals hout, spaanplaat, regelwerk, beton, steen en stucwerk.

PE, PP, PTFE, bitumen, spiegels, natuursteen, permanent vochtige plaatsen en het bevestigen van een niet-poreus materiaal op een niet-poreuze ondergrond. Bij het verlijmen van kunststof altijd eerst een hechtingsproef uitvoeren. De hechting op kunststof kan variëren afhankelijk van het type kunststof en de kwaliteit van het kunststof.

Uitsluitend verwerken bij temperaturen tussen +5°C en +40°C.

Beide delen moeten stevig, droog, schoon en stof- en vetvrij zijn. Eén van beide delen moet poreus (zuigend) zijn.

Wanneer de ondergrond niet goed vlak is eerst schuren. Sterk zuigende ondergronden moeten eerst worden behandeld met verdunde lijm (voeg ongeveer 20% ​​wate toe).

Met plamuurmes of spatel verwerken. Gebruik eventueel een rubberen hamer om aan te kloppen. Voor vlakverlijming een lijmkam (2 mm) gebruiken.

Voor gebruik de koker aan de bovenzijde openen door de plastic nippel boven de schroefdraad, met een scherp mes, af te snijden. Hierna de spuitmond bevestigen en deze schuin afsnijden op de gewenste diameter.

2,5-3,5 m²/kg, afhankelijk van de aard van de ondergrond.

Op de vier hoeken en in het midden van de tegel of plaat dotten lijm aanbrengen (doorsnede 3-4 cm). Bij tegels en platen groter dan 40 x 40 cm. en/of dikker dan 1 cm. meer dotten lijm aanbrengen. De onderlinge afstand tussen de dotten lijm dient ca. 30 cm te zijn. Daarna direct de plaat of tegel met een aanschuivende beweging op de juiste plaats bevestigen en stevig met de hand aanwrijven.

Gebruik water voor het reinigen van gereedschap en het verwijderen van natte lijmresten. Opgedroogde lijmresten zijn alleen mechanisch te verwijderen.

Goed afgesloten bewaren op een droge, koele en vorstvrije plaats.